Vandaag ben ik 41 weken zwanger. Dat is een termijn die ik bij Marcel nooit heb gehaald en waarvan ik ook deze zwangerschap niet verwacht had die te bereiken. Je gaat er van tevoren niet vanuit. Wanneer je zwanger raakt, weet je dat je uitgerekende datum slechts een indicatie is. Je baby zal niet precies op die dag geboren worden. Sterker nog, je hebt helemaal geen idee wanneer de bevalling zich zal aandienen. De ideale termijn is ergens tussen de 37 en 42 weken. Dat betekent dat de uitgerekende datum geen einddatum is. Toch leef je, tegen beter weten in, naar je uitgerekende datum toe. Je hoopt dat je niet veel langer meer hoeft te wachten. Ik telde zelf echt de weken af en vanaf week 37 had ik echt zoiets van ‘kom maar kleintje, ik ben er klaar voor.’ Inmiddels zijn we vier weken verder.
Het zwanger zijn valt me lichamelijk inmiddels enorm zwaar. Wekenlang had ik last van harde buiken. We waren zelfs een paar keer bang dat de kleine veel te vroeg zou komen. Dat gebeurde niet en ik kreeg er vertrouwen in dat alles goed zou komen. Dat vertrouwen is nu uiteraard niet weg, maar het begint wel plaats te maken voor een heleboel andere gevoelens en een flinke dosis vermoeidheid. Ik ben heel moe. Slapen lukt niet goed meer. Die buik zit in de weg, mijn bekken doet pijn en het lukt me gewoon niet om in slaap te vallen of door te slapen. Als ik dan eindelijk slaap, moet ik weer naar het toilet. Zo duren dus niet alleen de dagen, maar ook de nachten eindeloos lang. Die vermoeidheid maakt je geen leuker mens. Ik word er echt enorm chagrijnig van en ik heb een kort lontje. Tel daar bij op dat je toch al geen energie hebt en dat je niet alles meer kan (of mag) doen en je kunt je voorstellen dat ik het niet zo heel leuk meer vind om zwanger te zijn. Het is echt tijd voor de bevalling.
Als mama het zwaar heeft dan is dit duidelijk van invloed op het hele huishouden. Het lijkt soms wel alsof ons hele leven op pauze staat. Natuurlijk gaat Pel nog gewoon naar zijn werk zolang de baby er nog niet is en Marcel gaat ook gewoon naar de peuterspeelzaal toe, maar verder is onze agenda eng leeg. Ik maakte eigenlijk bijna geen afspraken meer in maart, omdat ik niet wist hoe ik me zou voelen en of de baby er al zou zijn. Als ik geen afspraken had gemaakt, hoefde ik ze ook niet af te zeggen als we onverwachts naar het ziekenhuis moesten. De dingen die ik afspreek, worden opgevolgd door een ’tenzij…’ Elke nacht was ik bang dat de bevalling zou beginnen en ik mijn ouders wakker zou moeten bellen, maar tot nu toe is dit niet gebeurd. Kortom, we hebben ons leven min of meer op pauze gezet om de bevalling af te wachten en daarmee voelt het ook een beetje alsof we niets anders doen dan wachten. Uiteraard is het niet zo dat we alleen maar thuis zitten. Het is meer dat ik het leven per dag, of soms per uur, bekijk en dat we dus niet van tevoren bepalen wat we gaan doen. Dat voelt toch niet zo vrij als het klinkt.
Ondertussen vraag ik me soms af of dit de eerste keer nu echt anders was. Ik had toen het gevoel dat ik na week 32 niets meer kon plannen, maar ondanks dat zijn we toch nog wel weg geweest. Het was ook minder erg. We hadden Marcel nog niet, dus zolang we de vluchttas meenamen, zou het wel goed komen. Het ergste wat kon gebeuren was dat de baby zou komen als we niet in Utrecht waren en dat we misschien uit zouden moeten wijken naar een ander ziekenhuis. Dat verandert natuurlijk wanneer je al een kindje hebt, want stel dat je te ver van huis bent, dan heb je niemand bij de hand die hem op kan halen en dat leverde mij meteen stress op. We bleven dus liever in de buurt. Dat geeft niet, want zo kunnen we ook per dag bepalen waar we zin in hebben en wat haalbaar is.
De agenda blijft dus zo goed als leeg, we moeten niets en ik weet dat de bevalling zich niet laat plannen. Toch heerst er onrust in mijn hoofd en in het gezin. Het wachten maakt ons gek. Ik kan lichamelijk weinig doen, ik ben niet gezellig en voor de mannen is het frustrerend. Vooral Marcel snapt daar weinig van, want die wil gewoon leuke dingen doen met mama en die verwacht gewoon dat mama zichzelf is en dat hij wat aan me heeft. Helaas ben ik niet altijd de moeder die ik voor hem wil zijn en misschien heb ik daar zelf nog wel meer last van dan hij. Ik zit mezelf dus letterlijk en figuurlijk in de weg. Ik wil dingen doen, heb last van nesteldrang, maar wil ook slapen. Als ik rust nodig heb, heeft Marcel net een flinke portie energie over en net als ik dan naar buiten wil gaan, is hij moe. Ondertussen kan ik nergens goed mee om gaan en vind ik alles en iedereen maar irritant. Het is echt alsof de balans volledig zoek is geraakt.
De bevalling voelt voor mij als het begin van een nieuwe balans. We krijgen er een kindje bij en daarmee gaat een nieuwe situatie ontstaan. We moeten straks met z’n vieren op zoek naar een nieuw ritme en ieder krijgt weer zijn eigen plekje in ons gezin. Zolang de baby er niet is, kunnen we nog niet beginnen met het opbouwen van dat nieuwe ritme en dan staan we dus stil. Daar hebben we op dit moment allemaal last van. Ik weet dus ook wel dat alles goed komt, als de baby er eenmaal is. Na Marcel krabbelde ik vrij snel weer op en ik voelde me elke dag fitter worden. Ik hoop dat het deze keer net zo zal gaan. Dan zijn we er snel weer bovenop. Waarschijnlijk scheelt het al heel veel als we weten waar we aan toe zijn. Het is niet allemaal in één keer opgelost als ik eenmaal bevallen ben, sterker nog, dan begint het pas, maar gevoelsmatig gaan we dan weer de goede kant op. Ik hoop dat ik daar gelijk in heb. Het zal vooral voor Marcel even wennen zijn dat hij niet meer de enige is en dat hij straks een broertje heeft. We weten ook totaal niet hoe dat zal gaan. Daarnaast weten we nog helemaal niet hoe ons tweede kindje zal zijn. Is het net zo’n makkelijk en lief jongetje als Marcel of krijgen we nu wat meer te verduren? De toekomst blijft dus nog een beetje een verrassing, maar dat geeft niet. Dat zijn allemaal nieuwe fases waar ik ook wel benieuwd naar ben en waar ik naar uit kijk.
Het duurt lang, misschien wel te lang, maar het gaat niet eeuwig duren. Een ding is namelijk zeker: De baby komt er echt wel een keer uit. Hij zal niet in mijn buik blijven zitten. Gelukkig hebben ze in het ziekenhuis ook wel gezien dat ik moe ben en dat ik er doorheen zit. Ze hebben zo hun protocollen waar ze aan vasthouden zolang moeder en kind het medisch gezien nog goed doen, maar daarna zijn ze absoluut bereid om te helpen. Die grens ligt voor mijn verloskundige op 41 weken. Vanaf vandaag hebben we dus de keuze om de verloskundige een handje te laten helpen in het op gang brengen van de bevalling. Ik mag worden ingeleid. Afgelopen woensdag heb ik tijdens de controle al aangegeven dat ik dat graag zou willen en daarmee komt het einde dus definitief in zicht. Helaas was er vandaag geen plek, maar morgen (als het goed is) wel. Of we dan morgen ook eindelijk onze kleine man gaan ontmoeten, is niet zeker. De verloskundige heeft me gewaarschuwd dat het ook als je wordt ingeleid nog wel een paar dagen kan duren voordat de baby geboren wordt. Het geeft me wel wat rust in mijn hoofd dat we dan in het ziekenhuis zijn en dat eraan gewerkt wordt. Ik hoop jullie in ieder geval snel te kunnen vertellen dat de baby er is!
Neelke
Hee Roxanne, wat pittig he, 41 weken zwanger! Ik werd zelf ook helemaal gek van die onzekerheid en het wel willen, maar niets kunnen doen. Ze kunnen prima inleiden hoor, dus als jij het wil, gewoon doen! Zet’m op meis.
Sandra
De laatste loodjes!
Heel veel succes!!