Fietsen is niet echt mijn hobby. In de stad konden we veel lopen en er reden bussen, dus ook zonder auto was het makkelijk overal te komen en ik kon mijn fiets in de schuur laten staan. Nu we in Vleuten wonen, is alles net iets verder weg. Dat is niet zo erg, maar het is eigenlijk wel fijn om de fiets te pakken, want dan gaat het gewoon wat sneller. Toen we hier net woonden, pakte ik de fiets nog wel eens, maar sinds mijn val in september, stelde ik het eigenlijk steeds uit. Wat als ik weer zou vallen? Dat ik zwanger ben, helpt daar natuurlijk niet echt bij. Ik wilde echt niet nog een keer vallen en zeker niet met Marcel erbij. Mijn fiets bleef daarom de hele winter in de schuur staan.
Nu de lente er weer aankomt en Marcel aan de andere kant van het dorp naar de peuterspeelzaal gaat, zou de fiets wel weer handig zijn. Hij moest sowieso nagekeken worden door de fietsenmaker. Ik had namelijk het gevoel dat het profiel van de banden versleten was. Ook hadden we geen goed fietsstoeltje voor Marcel. Uiteindelijk bracht ik mijn fiets in februari maar eens naar de fietsenmaker in het dorp. Mijn banden waren inderdaad goed versleten, dus die zou hij repareren. Ik liet Marcel een stoeltje uitzoeken in een kleur die hij mooi vond. Ik had verwacht dat hij voor groen zou gaan, maar hij koos deze keer voor lichtblauw. Na een week stond mijn fiets weer op me te wachten. De reparatie viel iets duurder uit dan ik had gehoopt, maar mijn fiets was weer veilig. Of ik daarmee ook veilig kan fietsen, is natuurlijk een ander verhaal, want ik blijf uiteraard mijn onhandige zelf. Daar kan de fietsenmaker ook niets aan doen.
Inmiddels zijn we een maand verder. Mijn fiets was gerepareerd en stond (met fietsstoeltje) te wachten op een eerste testrit. Omdat ik rustig aan moest doen, kwam dat er niet van. Nu mijn bloeddruk wat gedaald is en de zon weer is gaan schijnen, ging het toch wel kriebelen. Daarom vroeg ik vanmorgen aan Marcel of hij mee ging fietsen. In eerste instantie zei het kleine mannetje ‘nee’. Dat begrijp ik wel, want hij kent zijn moeder. Toch trok hij zijn jas en laarzen aan. Hij wilde zijn stoeltje namelijk wel eventjes testen. We hebben rustig de tijd genomen om alles goed in te stellen en daarna gingen we de tuin uit en de weg op. Ik vond het in eerste instantie best wel eng, maar naar mate we langer onderweg waren, kon ik iets meer ontspannen. We zijn niet heel ver weg gegaan, want ik heb geen enorme berg energie over op dit moment, maar we hebben in ieder geval even een frisse neus gehaald samen. Toen we weer thuis kwamen, zei Marcel tegen me dat hij het leuk vond. ‘Mama en Marcel op de fiets! Leuk!’ Die is in ieder geval van zijn fietsen-met-mama-angst af.
Dit lost nog niet alle ‘fietsproblemen’ op, want binnenkort heb ik natuurlijk twee kinderen die mee moeten als ik op pad ga. Hoe we dat gaan aanpakken, weet ik nog niet, maar met z’n tweeën gaat nu in ieder geval lukken. Dat scheelt al de helft.
Geef een reactie